Vorig weekend was ik op pad met mijn vriendinnen. Wij kennen elkaar al sinds de lagere school en aangezien ik van een zekere leeftijd ben, is dat al heel lang. Zo'n drie keer per jaar spreken we af. En altijd is het tijdloos. Alsof we zó van de lagere school komen. Naadloos. Als wij nú gezamenlijk een klus moeten klaren (een raadsel oplossen, dat deden we vroeger ook. We zijn niet voor niets De Vijf...), dan zouden we die klaren!
En misschien is dat omdat we elkaar kennen. We spendeerden onze hele, oh-zo-belangrijke-en-bepalende basisschooljeugd met elkaar. Maar het is ook omdat we elkaar respecteren.
We hadden een heerlijke middag, met een high tea én een bittergarnituur (why nut?) en heel veel gezelligheid. Tot het voor mij tijd was om te gaan. Ik had nog een avondprogramma en moest de trein halen. Dus liepen we gevijfen naar de trein, en toen we zagen dat de afstand iets groter was dan de resterende tijd, gingen we op een drafje.
En daar werd ik dus blij van. Niet perse in een drafje lopen. Maar we gingen allemaal in een drafje! Vier mensen die géén trein hoefden te halen, drafden met me mee zodat ik op tijd in de coupe zou springen.
Eenmaal in de trein - gehaald want met zoveel support loop je gewoon twee keer zo hard - bedacht ik me: wat nou als we dit allemaal zouden doen? Als we onze taken als een team doen? Dat je mee-rent, ook al hoef jij die trein niet te halen? Of die deadline, dat oplevermoment, dat go-nogo moment?
Er zijn vast (personen in) teams die zich hier volledig in herkennen. En hen zou ik willen zeggen: hoera dat jullie er zijn! En voor die (personen in) teams die zich hierin niet herkennen, zou ik willen zeggen: draf eens mee! Misschien hoef je de trein niet te halen, maar het brengt je wel verder.